Het aanplanten van een fruitboom is een geweldige manier om je tuin te verfraaien én zelfvoorzienend te worden in vers fruit. Maar hoe zorg je ervoor dat je fruitboom goed aanslaat en jarenlang gezond blijft? De bodemsoort in je tuin speelt een cruciale rol. Hieronder lees je waar je op moet letten bij het aanplanten van een fruitboom, afgestemd op verschillende grondsoorten.
Verbeter de grond afhankelijk van je bodemtype
-
Kleigrond:
Kleigrond is vaak zwaar en houdt veel water vast. Je kunt deze grond verbeteren door metselzand en compost te mengen. Ook oude koemest of paardenmest werkt goed om de structuur te verbeteren. -
Zandgrond:
Zandgrond is licht en droogt snel uit. Voor een betere vochtvasthouding kun je oude stalmest, compost of bemeste tuinaarde toevoegen. Voormalige bosgrond, vaak lichte zandgrond, heeft zeker extra verbetering nodig. Strooi eventueel kalk om de zuurgraad te verlagen en de opname van voedingsstoffen te bevorderen. -
Veengrond:
Bij veengrond kun je de structuur verbeteren door kalk, metselzand en bemeste tuinaarde door de grond te mengen. Dit zorgt voor een betere balans in voedingsstoffen en een stabiele structuur.
Let op de zuurgraad van de grond
Fruitbomen groeien het beste in grond die licht zuur tot neutraal is, met een pH-waarde rond 7. Kersen- en pruimenbomen gedijen vaak beter op zandgrond, terwijl appels en peren meer tolerant zijn voor klei- en leemgrond. Controleer de zuurgraad van je grond met een eenvoudige pH-testset, bijvoorbeeld van EcoStyle.
Bij zure grond (lage pH) kun je kalk, bentoniet of lavameel gebruiken om de zuurgraad te verlagen en de voedingstoffen beter beschikbaar te maken voor je fruitboom.
Controleer op verdichting van de grond
Een te verdichte bodem kan de groei van je fruitboom ernstig belemmeren. Gebruik een grondboor (te huur bij bouwmarkten zoals GAMMA) om de ondergrond te controleren. Ruikt de grond naar ijzer of stinkt deze, dan is er sprake van verdichting. Dit kan ontstaan door zwaar machinaal gebruik.
Om verdichting te verhelpen:
- Boor gaten tot op het witte zand en vul ze met grind of metselzand.
- Meng in de bovenste laag (bouwvoor) materialen zoals Terra Fertiel of compost.
- Voeg wormen toe om de bodem losser te maken, maar zorg dat de temperatuur boven de 10 graden is.
Vermijd het ‘bloempot-effect’
Zorg dat de overgang tussen het plantgat en de omringende grond niet te abrupt is. Anders kunnen de wortels ophouden met groeien zodra ze de rand van het plantgat bereiken. Meng daarom de uitgegraven grond met verbeterende materialen zoals compost, kalk of tuinaarde.
Juiste plantdiepte en plaatsing
Let er bij het planten op dat de bovenste wortels net onder de grond komen. De entplek – het deel waar de stam op de onderstam is geënt – moet zichtbaar blijven en mag niet onder de grond komen. Als dit wel gebeurt, groeit de boom op eigen wortel en verliest de onderstam zijn functie. Dit kan leiden tot ongewenste groei of slechte vruchtkwaliteit.
Fruitboom niet te diep planten
Direct na het aanplanten is het belangrijk om de boom ruim water te geven. Gebruik een emmer of gieter om de grond goed om de wortels te laten spoelen. Dit helpt om luchtbellen te verwijderen en zorgt voor een betere wortelhechting.
Reactie plaatsen
Reacties